terug



Het Portret:


Ingmar Heytze

.



'Poëzie was een soort bezwering. Niet zozeer het product, maar het schrijven ervan. Maar de poëzie doet het niet meer.'

In september 2005 kwam het 'Scooterdagboek' van de Utrechtse dichter/schrijver Ingmar Heytze uit. Ingmar lijdt al jaren aan reisangst. Op een zomerochtend is hij op bezoek in mijn atelier. Op tafel staan twee schuimende koppen koffie. Ingmar steekt vrijwel direct van wal.

De zee is hier 65 - 70 km vandaan, mijn actieradius is ongeveer 20 kilometer, dus ik moet proberen die 45 kilometer verder te overbruggen. Dat doe ik door motorritten te maken in de omgeving van Utrecht. Om te kijken of ik mijn grenzen inderdaad steeds meer kan verleggen, houd ik dat bij in mijn dagboek met kilometerstand. Ik ontdekte al snel dat ik me rustiger voel als ik zing, dus ik houd ook bij welke liedjes ik zing, in mijn motorhelm. Ondertussen houd ik allerlei bespiegelingen over wat ik tegenkom, wat ik zie, wat ik denk op de motorscooter, want het is toch voornamelijk veel nadenken wat ik doe.
Dat is wat eigenlijk zo leuk is aan motorrijden, het is ook wat Pirsig omschrijft in zijn boek 'Zen en de kunst van het motoronderhoud', dat niet zozeer gaat over motoronderhoud, maar in feite een heel filosofisch stelsel is, neergelegd in een reisverslag. Je moet een consequent denker zijn om op die manier op zijn conclusies uit te komen. Die conclusies deugen, die zijn in orde, en die onderschrijf ik van harte. Vooral op het punt waar hij zegt dat hij kwaliteit zoekt in handelen, omdat kwaliteit altijd in het product van dat handelen zal zitten. De kwaliteit van het proces bepaalt voor ongeveer 98 procent de kwaliteit van het product.
Op een gegeven moment zegt hij: ik heb het boek geschreven omdat ik vond dat ik meer kwaliteit had om het te schrijven dan om het niet te schrijven. Dat is een reden om kunst te maken, dat is de reden waarom hij het boek heeft gemaakt. Dat is ook de reden waarom ik dat scooter-dagboek bijhoud. Ik heb een verhaal wat alleen ik kan vertellen, bijna niemand heeft mijn probleem. Veel mensen zijn fobisch bang, maar weinig mensen hebben deze specifieke vorm van fobische angst. En ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat er niemand is in Nederland die dan besluit om zijn motorrijbewijs te gaan halen. Dat doet gewoon niemand, en dat zal ook waarschijnlijk niemand meer doen.


Dit boek is een onderzoek naar angst, waar het boek van Pirsig een onderzoek naar waarden is, met de motorfiets als object, als metafoor, omdat een motorfiets ook met die twee dingen te maken heeft. Het heeft te maken met vrijheid en angst, en beperking in die vrijheid. En het heeft te maken met wat veel mensen als gevaarlijk beschouwen. Veel mensen hebben het idee dat motorfiets rijden iets is voor mensen die het gevaar opzoeken, thrill seaken. Mensen waar ik motorrijles mee heb gehad zijn vaak mensen die denken 'ik wil ook nog eens parachutespringen in mijn leven en bungeejumpen en motor leren rijden, gaaf!' En dat klopt ook wel, want het is ook gaaf, maar het is voor mij echt mijn manier van verplaatsen. Als ik nou toch een rijbewijs ga halen voor een vervoermiddel dat mij verder de stad uit moet brengen, dan moet ik ook het snelste vervoermiddel nemen dat ik kan vinden en dat mij het meeste vrijheid verschaft. En dat is een motorfiets.

Hoe zuiver ben je bezig met die ene angst die de reisangst heeft veroorzaakt?
Ik ben onzuiver bezig met de ene angst die de bodem van dit alles moet zijn. Ik heb tot nu toe het idee dat er een hoge en een lage manier is om met angst om te gaan. De hoge manier, die natuurlijk de beste is, maar dat moet je maar net aankunnen, en de lage manier. Dat is de manier die ik nu kies, in de hoop dat het mij uiteindelijk handvatten geeft om op een hoge manier mijn angst te lijf te kunnen, zodat de angst ook daadwerkelijk zal verdwijnen.
Had ik over die manieren ergens kunnen lezen?
Het is mijn eigen benaming, maar je zou kunnen zeggen dat een hoge en lage manier om om te gaan met wat dan ook, ook wel een beetje in de Zen-gedachte zit verankert. Het gaat erom of je handelen kwaliteit heeft. Je kunt een aantal dingen doen met angst. Een voorbeeld van de lage manier is een die ik ook wel 'dweilen' noem. Als ik vroeger zonder duidelijk aanleiding een paniekaanval kreeg, stond ik op en ging de vloer dweilen. Ik voelde mij dan toch al waardeloos, en meestal was het wel nuttig om de vloer te dweilen. Dat is ook letterlijk genomen de lage manier.
Ja, dat is de laagste manier van ermee omgaan: ja, ik ben bang en ik ga wat doen terwijl ik bang ben.
Je gaat door de knieen..
..letterlijk en maak het huis schoon. Ook niet van 'dat doe ik omdat ik niet meer bang wil zijn', nee ik doe het omdat er niks aan te doen is.
Afleiden?
Tja, niet eens afleid, maar iets doen waar ik geen spijt van zal krijgen. Van de vloer dweilen krijg je geen spijt, goed dat je het huis hebt schoongemaakt, zeker in mijn geval, maar de angst gaat daar niet mee over. In die zin is het ook laag.
Oke, dan gaan we even naar de hoge manier
.
Die heb ik nog niet gevonden.
Het plafond witten?
De hoge manier is de angst niet meer ontkennen maar gewoon inzien dat de angst er niet is, dat je de angst zelf maakt.
Dat je dat niet alleen beseft maar ook voelt, dat je de angst niet meer bestrijdt... .. maar ontmoet en serieus neemt, kijken wat je ermee kunt?
Ja. Wat ik een betere manier vind is de angst benaderen als wezen. Er zijn diverse niveaus waarop je met angst kunt omgaan. Je kunt denken: het zijn gewoon chemische stoffen in mijn hoofd die op een bepaalde manier uit balans raken, maar dat is de medische benadering ervan, de psychiatrische zo je wilt. En je kunt er cognitief mee omgaan, denken: Oke, wat is er in je gedragspatroon geslopen, hoe kun je dat bijstellen. Dat is een psychotherapeutische manier ervan. En je kunt een animistische benadering kiezen: stel dat mijn angst een wezen is, wat kan ik over hem te weten komen, wat wil hij, hij wil bestaan, waarom wil hij bestaan, nou ja, waarom wil ik bestaan?
Ik ben ook zeer geinteresseerd geraakt, ik heb er niet veel talent voor geloof ik, in meditatieoefeningen. Ik heb het voornemen een aantal geleide meditaties schrijven. Meestal zijn dat een beetje flauwe verhaaltjes, terwijl ik denk dat je daar iets beters van kunt maken. Stel: je laat literaire principes los op meditatieverhaaltjes, wat gebeurt er dan?
Is meditatie niet een heel normale manier van zijn voor kunstenaars?
Ja klopt, er is ook niks zweverigs aan. Ik krijg ook wel eens de vraag hoe ik me voel als ik gedichten zit te schrijven, als het lekker gaat. Ik heb dat uitlegd, het is ongeveer hetzelfde als mediteren, dezelfde soort kalme concentratie. Ik geloof dat creativiteit diezelfde eigenschappen heeft. En omgekeerd: iemand die goed kan mediteren zal waarschijnlijk ook wel tot creativiteit in staat zijn, in plaats van alleen maar op een kussen zitten en aan wolken denken.


Je vertelde dat je liedjes in je helm zingt. Werkt het ene liedje beter dan het andere? Maak je zelf liedjes? Wat doet jou verder rijden, reiken?

De jukebox in mijn hoofd is heel wonderlijk. Het is niet zo dat ik speciaal kinderliedjes zing, ik maak geen liedjes, ik zing ook geen liedjes uit mijn jeugd. Ik zing eigenlijk wat mijn hoofd binnenvalt en er zitten hele genante dingen tussen. Hele slechte hardrock, 'Waarheen leidt de weg', maar ook dingen die ik gewoon grappig vindt: piratenhits, 'De telefoon huilt mee' van Bob Bouber met dat kindje dat dan steeds antwoord geeft. Of vreselijke tranentrekkers van Janis Ian. Weet je, het maakt niet uit, soms ook dingen die gewoon letterlijk van toepassing zijn, op een grappige manier. Je zingt weer eens 'Oerend hard' van Normaal in je helm en dan denk je: ja, dat is ook wel van toepassing nu. Dus ja, wat goed werkt is gewoon zingen wat mijn hoofd invalt. Het zijn geen verheven liedjes. Als we ervan uitgaan dat het de angst in mij is die zingt, dan heeft ie weinig smaak, kunnen we wel zeggen.


Heb je een idee waar je angstaanval, waar je fobie uit is ontstaan, op gebaseerd was?
Ik weet dat de grote paniekaanval die er op een gegeven moment uitkwam voornamelijk bestond uit de angst om gek te worden of om dat eigenlijk altijd al te zijn. En mezelf niet meer te zijn.
Wat voor soort 'gek' is dat?
Het soort gek dat van mening is dat er elk ogenblik een verschrikkelijke ramp kan gebeuren, terwijl verder niemand om mij heen in paniek is. Iemand die in zijn perceptie van de werkelijkheid volkomen afwijkt van alle anderen om hem heen. Ik geloof dat ik zelf heel bang werd in die trein en dacht dat er een ontzettende ramp zou gaan gebeuren, dat er echt een apocalyptisch einde kwam. Maar dat beangstigde mij minder dan dat ik mij tussen een aantal mensen bevond die daar volkomen niet in meegingen, die het niet eens merkten dat ik mij zo voelde, die gewoon voor zich uit zaten te staren in die trein. Iets dergelijks las ik in 'Hersenschimmen' van Bernlev: dat juist als andere mensen anders reageren dan je op basis van jouw perceptie zou verwachten, dat nog veel beangstigender is dan de oorspronkelijke aanleiding. Ja, want dat geeft je ook het besef: mijn perceptie is echt niet normaal op dit moment. Tenminste: niet volgens al deze mensen. Het is natuurlijk zo dat je achteraf wat makkelijker kunt zeggen: 'Ik ben niet gek en ik ben ook nooit bezig geweest om het te worden'. Dat zou ik pas zijn geworden als ik had besloten dat al deze mensen gek zijn en ik niet. Dat deze mensen tegen mij hebben samengespannen door net te doen of er niks aan de hand is terwijl iedereen beter weet. Complottheorieën, paranoia. En sowieso: als ik van mijn gelijk overtuigd zou zijn geweest was ik het land van de waanzin ingegaan.



Welk gedeelte van jouw perceptie staat zo ontzettend gevoelig ingesteld?
Het is een gedeelte van mij dat zich afvraagt waarom dingen zo zijn en niet anders. Het gedeelte dat zich afvraagt of het niet anders moet zijn, het gedeelte dat zich afvraagt of het eigenlijk wel in orde is. Ben ik niet eigenlijk bezig om op te stijgen of voorover te vallen. Het heeft veel met evenwicht te maken. En daar lijkt het natuurlijk op: dat je constant bezig bent om op allerlei gebieden je evenwicht te bewaren. Gaan dingen daarin nu meer vanzelf dan een aantal jaren geleden? Ik ben achteraf gezien alleen maar bezig geweest om te zoeken naar een uitweg uit de situatie. En die dient zich eigenlijk nu pas aan. Ik heb wel allemaal andere dingen geprobeerd die te maken hebben met: je geest is in de war, doe daar iets aan. Maar het enige wat goed blijkt te werken is: zo hard mogelijk ergens heen scheuren op een ding met twee wielen, zodat evenwicht het eenvoudige principe wordt dat als iets maar hard genoeg beweegt het wel overeind blijft. Mijn duizeligheid is vervangen door de gyroscopie.
Ben je er misschien ook bedrevener in geworden?
Nee, het blijft even moeilijk. Het enige wat me langzaamaan begint te lukken is weg te zijn zonder daarvan in paniek te raken. Ik heb altijd gereisd, ik ben nooit bang geweest om te reizen. Een keer ging het mis en sindsdien denk ik: als ik ga reizen, gaat het mis. En nu heb ik weer de bewijslast van vele honderden motorritten nodig om mezelf ervan te overtuigen dat het niet mis hoeft te gaan. En trouwens: als het mis gaat, ja, dan gaat het mis, dat is niet vervelend.



Als je kijkt naar je journalistieke werk, je boekenschrijfwerk samen met Vroukje Tuinman en de overgang naar steeds meer, of uitsluitend gedichten schrijven, wat heeft dan de beste uitwerking op het bestrijden van het niet-evenwicht?
Poezie heeft heel lang die functie gehad, maar de laatste tijd niet meer. Poëzie was wel een soort bezwering. Niet zozeer het product, maar het schrijven ervan. Maar de poëzie doet het niet meer.
Deed poëzie het meer dan het journalistieke werk?
Jazeker, omdat daar de meeste kwaliteit van handelen in zit, maar het lukt niet meer. Tenminste, het lukt niet meer om poëzie daarvoor te gebruiken. Dat is verdrongen door het vliegwiel.
Het is wel waar dat vergeleken met motorrijden het schrijven van gedichten een fletse ervaring is geworden.
Is poëzie dan niet boos?
Nee, poëzie wil eigenlijk al heel lang dat ik er een andere kant mee uitga, ik weet alleen niet welke kant. Poëzie vraagt niet de aandacht, het trekt zich meer terug.
Wat ontbreekt er aan poëzie wat je met kort proza wel kunt?
Wat er ontbreekt is innovatie. Binnen de kaders die ik mezelf lang geleden heb gesteld of heb ontwikkeld, heb ik het idee dat ik alles heb gedaan wat ik zo'n beetje kan doen. En nu kom ik op een punt dat ik het allemaal nog een keer ga doen.
Hoe doeltreffend is taal?
Absoluut gezien is het ondoelmatig, maar even absoluut gezien is het het enige wat we hebben. Het is het beste wat er is.
Hoe verhouden zich jouw talenten?
Ik denk dat ik voor de korte baan het meeste talent heb. Een roman zal ik niet zomaar maken.
Maar dat gaat wel gebeuren?
Ja, op een dag wel, maar of het een goeie zal worden is een beetje de vraag. Aan de andere kant, als het iets met taal is dan is het al snel goed en dan maakt het product me niet zo heel veel uit. Ik heb talent voor het proces. Misschien heb ik wel wat minder talent voor het product.
Als het publiek het maar heeft?
Als het publiek maar talent heeft; dan komt alles goed.
Wat is jouw definitie van talent?
Je zou kunnen zeggen: talent is het vermogen om te kunnen vliegen met een paar steigerplanken. Dat je zo goed met je beperkingen omgaat dat het net is alsof je vrij bent.
Dat is een bijzonder krachtig talent.
Dat is het grootste talent.

 

Kees Wennekendonk ,

Augustus 2005



terug