Portret Dick Bruna

Met interview - 2005


Kees Wennekendonk, potlood, 2005

Dick overleed in 2017. Ik kwam vaak bij hem langs en heb veel van hem geleerd.
Het originele portret zien in mijn tentoonstelling in het Centraal Museum Utrecht. 130 cm x 150 cm. Tegenover het Miffy Museum! Until 28th of may 2017.

U kunt het portret van Dick Bruna, evenals andere hier getoonde portretten van markante Nederlanders, nabestellen. Zie Prints .

Check het Centraal Museum.


Halverwege met het portret


Op NPORadio1 mocht ik na zijn overlijden in het programma Nieuws & Co wat over hem vertellen. We staan in zijn atelier in het Centraal Museum Utrecht.
Interviewer is Mark Robin Visser.
U kunt dat hier terugluisteren.

 

Interview met Dick Bruna 2005.


We zitten op zijn atelier aan de Jeruzalemstraat in Utrecht. Ik ben vaker langsgeweest, maar nu ga ik hem interviewen. Zoals altijd heb ik een vruchtentaartje meegenomen, en zet Dick koffie. De zon schijnt door het raam.


Dick, als jij zo'n gebakje zou zijn, wat voor gebakje zou je dan zijn?
Ik weet niet of een 'brammetje' je iets zegt, maar dat is 'n soort van cake-gebakje met iets van noot erin. Zo'n klein, droog gebakje. Dat vind ik lekker. Maar wel met een beetje zacht van binnen.
Als jij een filmster was, welke filmster zou je zijn?
Wat ik altijd zelf prachtig gevonden heb: Chaplin.
Met welk gedeelte van Chaplin associeer je jezelf?
Die verhalen zoals bijvoorbeeld 'Modern Times'. Waar hij echt zo helemaal met die modern time mee gaat, met dat schroeven. Ik weet nog wel dat hij in een fabriek over een of ander rad heen ligt en helemaal mee gaat doen met al die mensen die met het lopende band werk bezig zijn. Dat vind ik zo ongelooflijk mooi gedaan bij hem. En zo had hij ook andere dingen: op een gegeven moment zie je hem in een huisje, op de kant van een berg staan. Dan loopt hij een kant op en dan zie je dat huisje zo opzij gaan. En dat is zo donders spannend. Ik denk dat dat komt, bij mij, door het zoeken naar eenvoud, met heel weinig middelen, daardoor krijg je zo'n enorme spanning. Er is een film gemaakt over een van mijn boekjes. Ik vond een van de leukste dingen om een klein mannetje over een touw te laten lopen. En dan op een gegeven moment, als hij middenin is, laat je hem eventjes ernaast schieten. Je hart staat hart stil op dat moment. Dat soort van hele kleine dingen trekt mij zeer.
Als jij een schrijver zou zijn, een schrijver waarmee jij je identificeert, welke schrijver zou je zijn?
Ja, dat vindt ik moeilijk, ik heb erg veel schrijvers gekend door al die omslagen die ik gemaakt hebt, maar als ik zo moeten kiezen, dan zou het Simenon zijn. Als je bij Simenon twee pagina's gelezen had, zat je helemaal in die sfeer, niet alleen van Parijs maar ook van allerlei andere ..., je zat in de regen of je zat op de sneeuw of zoiets, je had het helemaal te pakken, bij de tweede pagina al. En dat vond ik altijd ongelooflijk knap. Maar ook weer die simpelheid haast.

(De telefoon gaat: of Dick toestemming wil geven om een beer die hij heeft getekend speciaal voor de kerst in een ander jasje te laten steken.)



....dit was voor een speciaal doel, voor varkens in nood, of zoiets. Daar heb ik indertijd met plezier voor gewerkt en dan wordt zo eventjes gauw gevraagd of ze dat op de een of andere manier mogen wijzigen in een varkentje dat geschikt is voor de kerstmis. En dat soort dingen doe ik niet. Ik vind het fijn om dingen voor goede doelen te doen. Maar dan moeten ze er niet aan gaan zitten rotzooien, dat wil ik niet.
Simenon hadden we gehad bij de schrijvers, vanwege dat je meteen in het verhaal zit.
Ja, omdat je er meteen zo in zit, omdat hij eigenlijk op een hele ook al weer, ja ik kom altijd weer terug op die eenvoud, op een hele eenvoudige manier in een of twee pagina's je neer zet, je staat ineens in de regen in Parijs of aan de kust of weet ik veel wat dan ook.
Met weinig streken..
En dat is ook wat ik altijd geprobeerd heb, en zeker voor zijn omslagen in die tijd, om dat echt alleen zo aan te geven, dus niet een hoofdpersoon erop, want die zien jij en ik verschillend. Simenon reageerde altijd op die omslagen, altijd. Ik kreeg altijd te horen wat hij ervan vond, ook wel eens als hij het niet goed vond. Dan maakte ik het meestal over. Ik weet nog de allerlaatste brief die ik van hem gekregen heb, toen hij al oud was want hij had de leeftijd van mijn vader ongeveer, nadat ik hem mijn omslag had opgestuurd: De omslag die je voor mijn laatste boek gemaakt hebt is nog eenvoudiger dan wat je voor het vorige gemaakt hebt, je probeert met tekenen hetzelfde te bereiken als ik met schrijven ?. Nou kijk als je zoiets van iemand hoort waar ik tegenop keek, en nog wel, daar ben je blij mee, dan loop je een beetje met je hoofd in de wolken.

Als je een verkeersbord was, welk verkeersbord zou je dan zijn?
Je hebt van die borden van twee kinderen die oversteken, in zo'n driehoek met een jongetje en een meisje erin.
Hand in hand.
Ik weet nog dat ik vroeger dacht van: goh ik wou dat ik dat mocht maken, ik zou dat leuker maken dan het nu is.
Als je een vogel was, wat voor vogel zou je zijn?
Ik denk een huismus.
Een huismus. Daar ga ik verder niet over doorvragen.
Nou weet ik er verder ook weinig van hoor,van een huismus. Er zijn er niet veel meer van, maar ze worden weer meer gekoesterd. Ik heb wel eens een huismus getekend, zo op de rand van een tafel, dat vond ik een mooi lekker vol rond vogeltje.
Als je een roofdier zou zijn daarintegen?
Een roofdier echt (lange stilte). Het moeilijke is dan toch dat je denkt aan dingen die je getekend hebt. Misschien een vos. Dat is een roofdier he?
Jazeker, maar waarom een vos?
Ik denk doordat het niet zo groot is, en ik het altijd heel ..., het is wel een gemeen ding, maar ik vind het wel iets elegants en moois hebben.
Als je een muziekinstrument zou zijn?
Een houten fluit. Dus zeg maar een blokfluit of zo, daar kom je dan haast op neer. Daar ook een toon tegelijk, een natuurlijke klank. Ja.

Als je een materiaal zou zijn?
Hout, absoluut.
Heb je daar nog een speciale voorkeur in?
Ik denk gewoon, vurenhout. Want ik weet dat dat ook altijd terugkomt bij mij, er zijn naar aanleiding van de boeken is er nogal wat speelgoed gemaakt. Ik ben ook altijd aan het vechten geweest met die speelgoedfabrieken: jongens maak niet alleen maar dingen van plastic, probeert u ook van hout te maken, daar houden we au fond toch meer van, heel wat meer van dan van al die plastic troep. Ik merk het nu nog, als hier kinderen komen, in het atelier, het eerste wat ze pakken is die blokkendoos die daar staat. Dat is doodgewoon hout. En vurenhout vind ik mooi.




Als je een lichtbron zou zijn?
De zon.
Als je een weg zou zijn?
Waar ik van hou zijn die wegen, die gewone vrij smalle wegen langs de rivieren, langs het water.
Jaagpaden?
Ja dat, een jaagpad, dat vind ik mooi. Zo'n soort pad gewoon waar ik langs zou kunnen fietsen.
Als je een componist zou zijn?
Ik ben altijd erg dol geweest vroeger op het Franse chanson, dat heb ik altijd ontzettend mooi gevonden. En ook de melodie?n die ze erbij maakten. Charles Trenet deed het vaak zelf, dat vond ik erg mooi. Wat Aznavour maakt vind ik ook mooi. Maar Charles Trenet is voor mij echt wel een voorbeeld geweest.
Ken je nog een lied waarvan je zegt: dit met name?
Nou er zijn natuurlijk liederen van hem, La Mer bijvoorbeeld. Dat lied dat zing je graag als je langs zee loopt.
Als jij een natuurwet was?
Ik vind het altijd ontzettend jammer dat alles zo ontzettend volgebouwd wordt met allemaal dingen die zo lelijk zijn. Toen er na de oorlog dat er huizen gebouwd moesten worden, dat is een logische zaak, maar dat er dan overal precies dezelfde rijtjeshuizen neergezet werden, dat vond ik vreselijk. En ik heb nu nog het gevoel dat wat wij aan het doen zijn, dat het steeds voller wordt. Je moet de mensen kwijt, dat begrijp ik ook allemaal wel, maar dat er toch te weinig aan gedaan wordt om het groen en de natuur te sparen, want zonder dat ben je nergens. Ik ben erg voor het schoonhouden van dingen. Ik weet wel vroeger woonden we aan het kanaal, aan de ander kant van Utrecht. In die tijd gingen we daar zwemmen en dat haal je nou niet meer in je hoofd. En dat vind ik echt erg jammer, dat het zo geworden is.

Ben jij iemand die moeite heeft met chaos?
Ja. Ik weet dat ik constant aan het opruimen ben. Dat is iets wat ik, en dat is misschien ook wel door de tijd dat ik ben opgegroeid ben, dat we toen erg bezig waren met alles recht te leggen. Een van mijn beste vrienden is Pieter Brattinga geweest, die leeft nu niet meer, maar die was ook altijd in het vierkant bezig en die was ook altijd met de boel recht te leggen. En dat heb ik heel sterk. Ook als ik thuis kom en er is iemand geweest om de boel schoon te maken, en alle beeldjes scheef staan, alle boeken scheef liggen, dan ben ik erg bezig om de boel weer netjes te leggen. Ik heb het hier ook: ik kan ontzettende rotzooi maken als ik bezig ben. En dan op een gegeven moment loopt dat over mijn hoofd en dan wil ik dat onmiddellijk weer ordenen, dat het weer schoon is en dat de boel weer recht ligt. Je zal me ook altijd zien dat als er een stapeltje boeken ligt dan ben ik ook altijd bezig om dat eventjes zo: wham, wham recht te leggen.
En is dat iets van een generatie denk je of is het iets persoonlijks?
Ik denk wel dat het iets van de generatie is, want ja god mensen als Rietvelt hebben dat natuurlijk ook gehad, dat recht leggen. En ook allerlei ontwerpers uit die tijd zoals Sandberg en Mondriaan natuurlijk ook, die hele stijltijd. Ik kan ook als ik bij jouw zit en ik zie een lijst scheef hangen, dat irriteert me vreselijk en dan denk ik dat ik opsta en eventjes de boel recht hang.
Waar komt die rechtleggerij vandaan?
Ik denk dat het in mezelf zit. Ik merk het in het werk ook, wat ik ook doe, of ik nou een omslag, of een affiche, of een kerstkaart maak, of dat ik met een kinderboek bezig ben: ik ben altijd aan het ordenen. Ik vind mezelf ook helemaal geen illustrator, ik zou geen portret van jou kunnen maken, zo'n tekenaar ben ik niet. Ik heb het er wel eens met Peter Vos over gehad, waar ik erg goed bevriend mee ben, zo ontzettend verschillend als we dan zijn. Want het is bij mij als ik jou zou moeten tekenen, dan zou het een vorm worden. Ik zou vreselijk proberen om veel ruimte eromheen te laten voor je eigen fantasie. Ik voel me dan ook veel meer een grafisch vormgever of grafisch ontwerper dan een schilder of een tekenaar of een illustrator. Dat ordenen heeft er bij mij altijd in gezeten. Met die omslagen ook, dan zag ik omslagen van mensen uit het buitenland en dan dacht ik bij mezelf: wat jammer dat ze er geen rekeing mee gehouden hebben dat er ook nog een tekst in moet bijvoorbeeld, want die tekst dat moet dezelfde .., dat moet een balans zijn. Maak het dan wat simpeler, maar houd ruimte voor die tekst.
Ik heb vroeger wel eens een keertje, helemaal aan het begin, iets geillustreerd, maar daarna is het toch altijd gewoon prentenmaken geweest.

Hoe komt het dat in Aziatische landen extra veel aandacht is voor je werk?
Ik ben een paar keer in Japan geweest en daar is mij ook de eenvoud opgevallen. Zoals een huis ingericht wordt, met een paar wandjes van papier soms, die ze verzetten kunnen en waar ze dan slapen. Bijvoorbeeld een tuin, hoe ze een tuintje kunnen maken. Het zijn soms hele kleine tuintjes omdat het allemaal te duur is. Dan hebben ze bijvoorbeeld een stukje grind, daar halen ze een hark doorheen en dan hebben ze het gevoel dat er een stroompje door hun tuintje gaat, begrijp je wel, dat soort van fantasie. En dan gaan ze er ook zitten, aan de kant en dan zitten ze zich dat zo voor stellen: zo'n stroompje wat er doorheen gaat. En ik heb ook wel eens een parkje in Tokio gezien, dat is dan zo aangelegd dat waar je ook gaat staan je altijd een soort van dromerig idee krijgt, haast overal zit een verhaal.

Zo is jouw werk ook: niet koud, ondanks dat het simpel is?

Nee, dat hoop ik niet nee. Je hebt ook van die grafische dingen die echt alleen maar heel koel blijven, maar dat geloof ik niet dat dat bij mij zo is. Ik heb ook altijd het gevoel gehad wat er hier vandaan komt, of het nou een omslag is of wat dan ook, het moet 100% zijn van wat je op dat moment kan. Het gekke is wel, dat ondanks dat mijn werk steeds eenvoudiger is geworden, ik het nog steeds net zo moeilijk vind als toen ik pas bezig was.En nu nog, al moet ik een boekje over Nijntje maken, ik maak de eerste tekeningen en dan denk ik bij mezelf: het ziet eruit alsof ik nog nooit getekend heb. Dat is werkelijk waar. Ze zeggen wel eens: het moet voor jou niet zo moeilijk zijn, maar ik ga het eerder moeilijker vinden dan minder moeilijk. Je wilt het altijd beter doen. Je wilt het vandaag beter doen dan gisteren, dat zit erin, dat heb ik ook altijd gehad, ik heb altijd gehad van dit kan nog .., ik ga het nog anders proberen. En in de verhalen natuurlijk en in de tekeningen, beide. Dat heb ik ook altijd spannend gevonden van die boeken maken, dat je alles doet. Dat je het verhaal probeert te bedenken dat je echt in 12 tekeningen kan weergeven.

 

Kees Wennekendonk

november 2005